Ik zie schuchterheid in de ogen van een bejaarde die mij vraagt om even iets uit de schappen in een winkel te halen waar hij dan niet bij kan. Ik vind dat erg. Want als je je moet schamen omdat je mij om hulp vraagt, dan zit er iets niet goed. Dan voel jij je minderwaardig en jemig, dat ben je niet!
Papraatje (6) – Pillen en een borreltje
“Maar het zijn toch jóúw pillen?” hou ik vol. “En jíj kan dan toch niet slapen?”
Maar dat zie ik helemaal verkeerd. Moet hij zich nu ook nog met zijn eigen medicijnen bezig gaan houden? Waar zijn die zusters dan voor? Sinds hij alleen is en te veel tijd heeft om te denken, is hij haastig en heftig hevige hoeveelheden Henkes en Hoppe gaan hevelen.
Kletspraat met Gerda (5) – Spijt van niet gedaan hebben
Eigenlijk heb ik nergens spijt van. Niet van de dingen die ik niet gedaan heb, want die pasten dan gewoon op dat moment niet in mijn leven. En al helemaal niet van de dingen die ik wél gedaan heb, want die zíjn mijn leven. Ik heb geleefd. Volop. En ik lééf nog steeds. Ook volop.
Papraatje (5) – Struisvogelpolitiek
“Bingo? Daar begin ik niet aan!” stuift hij verontwaardigd op van de bruinleren bank. “En een beetje knutselen mot ik ook niet. Ik ga niet figuurzagen!” Wat hij wel leuk zou vinden om te doen, weet hij niet. “Nee, ik heb het gehad en ik ben er klaar mee,” verzucht hij, in de verte starend.
Papraatje (4) – Groeten uit Holland
De Joden hebben, als het door God uitverkoren volk, zijn steun hard nodig, verneem ik. Waarom? Weet ik dat niet? Ongelovig kijkt hij me aan.
“Om al die verrekte Arabieren er eindelijk es uit te flikkeren!” roept hij furieus. Ik schrik ervan.
Al het wensbare
“Terwijl ik in mijn portemonnee rommel, doemen de vragen op. Is dit nu iemand met alleen maar AOW? Wat levert zo’n krantenwijk eigenlijk op? En wat kost een volle accu aan stroom? Ik durf het niet te vragen.”
Papraatje (3) – Kat in de pot
Papaatje houdt van Hollandse pot en niet van buitenlandse rotzooi. “Die lui stoppen overal knoflook in en dat moet ik niet!” Maar kat smaakt dan wel weer prima.
‘Oud’ is enkel goed voor kaas (functioneringsgesprek)
Al na drie weken – weken waarin collega’s mij van hot naar haar slepen om kennis te maken met van alles en iedereen – krijg ik mijn eerste functioneringsgesprek. Zo maar uit de blauwe lucht. Ik ben verbijsterd.
Papraatje (1) – Drie dooien
“Elke week gaat er hiero wel eentje de pijp uit.”
De rouwkaarten op het prikbord naast de lift houdt hij derhalve nauwlettend in de gaten.
“Ik had een goeie week!” klinkt het opgetogen.
“O ja? Waardoor dan?”
“Drie dooien!”
Kletspraat met Gerda (1) – Het leven begint bij 85
Ik heb in mijn leven al twee mannen gehad. Versleten klinkt zo onaardig, maar dat heb ik ze wel. Daarover vertel ik later wel meer. Maar ik ben dus al twee keer getrouwd geweest, bedoel ik dus. En nu is de derde aan de beurt.