Vervolg op: “Een persoonlijk pensioenplan”
Een patchwork van ideeën
We begonnen de pensioenworkshop met het spreekwoordelijke kennismakingsrondje. En, eerlijk waar: boeiende mensen, stuk voor stuk. Allemaal afkomstig uit de zorg en/of het onderwijs. En met interessante ideeën over de inrichting van hun toekomst, of hoe ze al bezig waren die in te vullen.
Ze waren vooral gekomen om al die ideeën met gelijkgestemde (bijna-)pensionado’s te bespreken, om zo wederom op nieuwe ideeën te komen en uiteindelijk samen een patchwork van kleurige pensioentoekomstbeelden te genereren.
“Maar,” zei de professionele trainer, adviseur en voormalig leefstijl-coach, “daar kunnen we niet meteen op ingaan, want iedereen moet aan het woord komen en de workshop wacht.”

Afbeelding van Ben Kerckx via Pixabay
PowerPoint met diepgaande theorie
Eerst kregen we een PowerPoint die opsomde, waar je mee te maken kan krijgen als je oud wordt: een lager inkomen, veel meer vrije tijd, verlies van collega’s, overlijden van een echtgenoot, of ziek worden. (Want dat weet je allemaal natuurlijk nog niet als je midden zestig bent).
Sluitstuk was het woord polyfarmacie*, wat volgens onze professionele trainer, adviseur én voormalig leefstijl-coach, een verzamelnaam was voor alle eerdergenoemde zaken. En dat vertel je dan met droge ogen aan een zaal vol verpleegkundigen en ander zorgprofessionals. (*polyfarmacie = gebruik van 5 of meer geneesmiddelen).
Vervolgens vertoonde ze een sheet met tips bij het ouder worden: goed blijven eten, veel bewegen, niet vergeten te drinken en een puzzeltje op zijn tijd, om te voorkomen dat je dement wordt. (Goh!)
Altijd positief blijven
Mevrouw haalde er haar ouders bij. Die waren vorig jaar met pensioen gegaan en ze was erg trots op hen, want ze deden het geweldig. Ze hadden een plan gemaakt om te gaan reizen. Die hadden het goed voor elkaar. Dat gunde ze ons ook.
“Ja maar,” waagde ik op te merken, “als je eenmaal zo’n plan hebt, moet je natuurlijk wel gezond blijven en zeker niet doodgaan, want dan sta je daar met je gezamenlijke plannetje.” Ja, nee, natuurlijk, kon gebeuren, sprak vanzelf. Maar over negatieve dingen wilde ze niet praten. Vooruitkijken, dát was de bedoeling.
Creatief én interactief!
Maar eerst: vragenlijstjes (tuurlijk). Hoe zag onze sociale omgeving eruit? Wat deden we zoal? Hoeveel energie hadden we nog? Op elke stukje vragenlijst plakten we een cijfer, of een smiley (creatief!). Daarna kon je kiezen waaraan je ging werken. Werden dat de lage cijfertjes, daar waar het slecht – of nog slechter – met je ging? Of begon je juist aan de hoge cijfertjes, omdat het daar zo goed ging? Nee, geen tijd om te bespreken, we moesten dóór.
Van een A4tje met 150 (honderdvijftig!) menselijke normen en waarden, mocht je er 5 (vijf!) kiezen die jou aanspraken. Die schreef je dan, elk apart, op felgekleurde post-its. Waarom gekleurde papiertjes? Voor de gezelligheid, natuurlijk! Pensioen is immers plezierig?
Daarna legden we onze gekleurde velletjes op een rijtje: bovenaan de belangrijkste en onderaan de minst belangrijke. En tot slot mochten we daar (interactief!) vijf minuten over praten met je buurvrouw of buurman (te gek, joh!)
Kennu mijn ook segge wanneer het pauwse is?
(met dank aan Wim Sonneveld)
En toen was het pauze: kopje thee, kopje koffie, glaasje water, chocolaatje, plasje doen en gáán met die banaan, want de tijd vloog.
Rode draad?
De resultaten van de vragenlijstjes en de op volgorde gelegde gekleurde papiertjes werden samengevoegd tot het Persoonlijk Pensioenplan. Dat stond dan ook in grote groene letters geprint op een dik vel geel papier dat werd uitgedeeld: Persoonlijk Pensioenplan van: … met plaats voor je naam (want workshop).
Daaronder kon je opschrijven aan welke gebied(en) je de komende tijd aandacht wilde besteden. Dat kon je afleiden uit de vragenlijstjes de je net had ingevuld. Vervolgens mocht je je kernwaarden noteren, wat weer bleek uit de gekleurde papiertjes. Daarna was de vraag welke rode draad je in je toekomstvisie ziet.
‘Pardon? Toekomstvisie?’
Tja, helaas, de tijd was om. De doelstellingen voor je pensioen moest je zelf maar uit de vragenlijstjes halen en ook mochten we hoogstpersoonlijk thuis bedenken wat we nodig hadden om die doelen te behalen, want de workshop was nu toch echt afgelopen.
Lang verhaal kort
Tot slot liet onze professionele trainer, adviseur én voormalig leefstijl-coach, nog snel een overzichtje zien van wat zij had bedacht dat je zoal kunt doen na je pensioen: door blijven werken, minder gaan werken, vrijwilligerswerk zoeken, lekker genieten, op je kleinkinderen passen, reisjes maken. En dat betekende, naar mijn – niet zo bescheiden – mening, dat we uiteindelijk met lege handen naar huis gingen, of hooguit met een heel stel open deuren.

Open deuren, afbeelding van Michael Gaida via Pixabay
Over deuren gesproken; na afloop moesten we ook weer door die ‘Engelse’ draaideur naar buiten. Maar op de terugweg bleek die ineens gewoon rechtsom te draaien. Wat tot gevolg had dat iedereen wéér de verkeerde kant op stond te duwen (goed voor dat ouwe brein: neem nooit aan dat een eenmaal opgelost probleem altijd op dezelfde manier kan worden opgelost). Gelukkig kwam de speciaal daarvoor aangestelde jongeman instructies geven over hoe we het gebouw ook weer ongeschonden konden verlaten.
Geef een reactie