
Bron: pixabay.com
Een heel nieuw jaar voor de boeg. Januari is weliswaar alweer bijna voorbij, maar zo’n jaarbegin is toch dé tijd voor mensen om anderen te vragen wat ze allemaal in de planning hebben en wat ze zich voornemen dit jaar allemaal te volbrengen of te presteren.
Behalve als je oud bent. Dan gaan de vragen ineens de andere kant op. Mensen gaan ervan uit dat je op mijn leeftijd alles wat je je ooit voorgenomen hebt, inmiddels wel gedaan of gepresteerd hebt. Dat dat dus niet meer hoeft in dat nieuwe jaar.
Mensen vragen dus ook steeds vaker of ik spijt heb van iets wat ik in al die levensjaren nog níét gedaan heb. Een beetje alsof ik, nu ik 85 ben, toch al niks meer kan en niets meer mag, behalve wachten op het moment dat het echt voorbij is. Ik vind dat een rare vraag. Alsof ik al op mijn sterfbed lig.

bron: pixabay.com
Zeker, er zijn er die spijt hebben van gemiste kansen. Of van het feit dat ze iets niet gedaan hebben toen ‘het nog kon’, toen ze jonger waren. Zoals kinderen krijgen. Of van een brug afspringen aan zo’n elastiek. Kom hoe heet het ook alweer. Oh ja, bungeejumpen. Dát kan op mijn leeftijd inderdaad niet meer. Hoeft in mijn geval ook niet, ik heb die kinderen namelijk al gekregen. En aan een touwtje in de diepte springen is nooit een van mijn wensen geweest. Mijn slechte rug zou me haten.
Ik kan me echter zeker wel voorstellen dat je, als je geen kinderen hebt (kunnen krijgen), daar op mijn leeftijd zeker spijt van zou kunnen hebben. Maar verder?
Er zijn maar een paar dingen die zou ik kunnen bedenken. Ten eerste had ik best meer willen reizen. En vooral vér willen reizen. Nu kan het niet meer. Ik zou een lange vlucht en urenlang in een stoel zitten niet overleven met mijn stramme benen. En ter plaatse in dat verreweg zou ik doodsbang zijn. Ik ben een keer in Engeland geweest en ook in Tunesië. Maar ik had zo graag zélf meer van de wereld gezien, van Azië en Amerika. Nu moet ik vertrouwen op televisiebeelden en reisverslagen van anderen, maar ik kan niets staven op eigen ervaringen. Als ik nu nog op stap wil, is dat hooguit een busreis voor bejaarden, want meer kan ik niet meer aan. Daar heb ik dus wel spijt van.
Hetzelfde heb ik ook met concerten. Ik had heel graag André Rieu eens in ’t echt gezien. Wat een man is dat. Maar nu zou ik ondergaan in zo’n groot evenement. Al die mensenmassa’s. Theatershows vind ik nog wel leuk om te bezoeken.

bron: pixabay.com
Ik heb er ook wel spijt van dat ik nooit vaker tegen mijzelf gezegd heb dat ik mooi ben. Vroeger was ik mooi, maar ook een buitenbeentje. De populaire meisjes van de klas lieten mij maar wat graag weten dat ik een rare bril had en een kromme neus. Terwijl ik best leuk was om te zien. Ik had dat mezelf dus wat vaker moeten vertellen; nu hoeft het niet meer. Ik ben oud, vlekkerig en rimpelig. En mooi aan de binnenkant telt bij het uiterlijk nu ook niet meer mee.
Nu ben ik als een tevreden boeddha in een oude boom. Omarmd door de takken die ik in mijn leven zelf om mij heen heb laten groeien. Met wortels die me stevig op de grond lieten staan en ranken die me tegenhielden als dat nodig was. Maar die me er ook van weerhielden om eens wat vaker ‘ik houd van jou’ te zeggen tegen de mensen die ik liefhad. Dat had ik dus ook nog moeten doen, toen het nog kon. Maar dát haal ik nu ruimschoots in met Gert, haha.
Maar eigenlijk heb ik nergens spijt van. Niet van de dingen die ik niet gedaan heb, want die pasten dan gewoon op dat moment niet in mijn leven. En al helemaal niet van de dingen die ik wél gedaan heb, want die zíjn mijn leven. Ik heb geleefd. Volop. En ik lééf nog steeds. Ook volop.
Ik heb zelf weinig met ver reizen. Als ik in mijn leven niet van dit werelddeel af kom, dan zal ik daar niet mee zitten. Sterker nog, ik probeer het steeds tegen te houden. Enige uitzondering, Japan. Daar voel ik dan eventueel nog wel voor.