
bron: eigen foto (MvdV)
Ik voel het al een paar dagen aankomen. Ik loop namelijk op de toppen van mijn kunnen. Energie voor tien. Slapen? Zonde van de tijd. Bovendien doe ik in de zomer toch geen oog dicht door die klamme, broeierige nachten. De haan kraait. Half vijf. ‘Uitslover!!’ denk ik, maar ik sta toch maar op, want de dag is begonnen en ik heb zo ontzettend veel te doen…
Maar dat er na een climax altijd een anti-climax komt, is langzamerhand wel bekend. Ouder worden heeft zijn voordelen: je herkent patronen, je ziet dingen aankomen.
Zo ook mijn migraine. Meestal begint het met schitteringen. Kermis. Vuurwerk. Een band van flitsende lichtjes trekt voor mijn ogen langs en ik kijk scheler dan een otter. “Geniet ervan”, zei ooit een zweefteef-vriendin. Maar hoe kun je nu genieten van een persoonlijke lichtshow als je weet dat daarna de man met de bijl komt om flink in je hoofd te gaan hakken? Zo voelt dat namelijk.
En dan ga je dus onderuit. Stekende koppijn, niet tegen licht kunnen en kotsmisselijk. De enige remedie: je eigen slaapkamer, gordijnen dicht, teiltje en handdoeken in de buurt. De migraine wordt erger en buiten begint het zowaar stevig te waaien. Onweer op komst, ook dat nog. Hier en daar buiten een enorme dreun. Ik schrik, ga rechtop zitten en moet meteen vreselijk overgeven. Bah, vies, wat een troep. Dat wordt straks flink het erf vegen. Takken vallen op de grond, een tuinstoel vliegt langs mijn raam. Mijn hart gaat als een razende tekeer, de ene donderslag na de ander blijft volgen. Lichtflitsen die mijn hoofd doorklieven en het luide getik van mijn hart is nauwelijks te verdragen.
De migraine heeft er een extra dimensie bij gekregen. Met de nieuwe mechanische hartklep is het getik normaal wel gezellig en geruststellend, maar nu wakkert het angst mijn aan. Hoeveel licht en geluid kan een mens verdragen? Op zo‘n moment niet zo veel. Het raast maar door. Takken breken af, een boom sneuvelt en het lijkt alsof de wereld vergaat.
En daarna totale stilte. Een flinke black-out van een lange diepe slaap waar geen eind aan lijkt te komen. Gelukkig is er genoeg familie en vrienden die de dagelijkse zorgen hebben overgenomen en mij de rust gunnen. Maar als ik na een dag mijn kamer uit kom strompelen en vraag hoeveel schade er was door het enorme onweer, moeten ze allemaal lachen. Onweer? De wens van de gedachte. Nee hoor, het was een zomerdag en wederom kurkdroog.
Mijn hart doet het gelukkig nog en heeft het onweer in mijn hoofd doorstaan. Van deze nieuwe dag ga ik extra genieten, want voor een hartpatiënte is soms iedere dag er één.
En nog veel te doen. Zo ontzettend veel te doen…

bron: eigen foto (MvdV)
Geef een reactie