“Mot je koffie?”
“Nee Pa, ik drink geen koffie.”
“O ja. Maar waarom eigenlijk niet?” wil hij voor de zoveelste keer weten.
“Omdat ik het vreselijk vies vind,” leg ik voor zoveelste keer uit.
“Vies?’’ roept hij, hoofdschuddend, “hoe kén dat nou!?”
“Doe mij maar een bakkie thee,” stel ik voor.
“Luizewater…,”moppert hij, terwijl hij de waterkoker vult.
Inmiddels houd ik wel van koffie, maar dat houd ik voor hem, met zijn buitenissig bittere bocht, strikt geheim. Ik lustte het aanvankelijk niet, totdat de Senseo zijn intrede deed. Terstond schafte ik ook zo’n apparaat aan. Een korenblauwe.
Als ik dat bocht nu noodgedwongen drink, begrijp ik niet dat ik dat toen zo fantastisch vond. Nu ben ik namelijk alweer jaren van de Nespresso. Zuinigheidshalve koop ik inmiddels wel de cupjes van de Lidl. Nepspresso dus. Er gaat echter niks boven echte, versgemalen bonenkoffie, maar mijn eega gruwt daarvan en zweert bij filterkoffie. Die van Kanis en Gunnink. U begrijpt dat ik, koffiegewijs, een zwaar leven heb. En het klopt dus; je vindt, onbewust, een man die op je vader lijkt.
“Ik heb mezellef gister es goed verwend,” glundert Pa plots, vanaf de bank.
“O ja, wat heb je dan gedaan?” vraag ik, blij verrast.
“Ik heb bij de Jumbo twee kilo pere én twee kilo appele gekocht,” straalt hij.
“En wat ga je daar dan mee doen?” vraag ik, verbaasd nieuwsgierig. Ik denk aan een plotselinge culinaire opleving met flink gesuikerde appelmoes mét stukjes en rode stoofpeertjes met kaneel tot gevolg.
“Wat ik daarmee ga doen? Opete natuurlijk!” roept hij verontwaardigd.
“Maar je houdt toch helemaal niet van fruit?” help ik hem herinneren.
“Hou ik niet van fruit? En wíé zegt dat!?” briest hij.
“Dat zeg ik; dat hoor je toch?” bries ik terug.
“Ik ben dol op fruit!” roept hij nijdig.
“Maar je eet het nooit; ik heb je nog nooit een appel zien eten!”
“Nou en? Daarom lus ik et nog wel!” besluit hij gedecideerd. Om zijn woorden kracht bij te zetten, bijt hij nijdig in een peer. Ik hoor zijn kunstgebit kraken.
Zou zijn – al dan niet leeftijdsgebonden – vergeetachtigheid inmiddels de smaakzin bereikt hebben? Of als je niet meer weet dat je iets niet lust, kan je er dan opeens wél van genieten? En misschien is zijn smaak ook veranderd en smult hij nu van zaken, waar hij eerst van gruwde.
Zijns inziens zijn de recent gekochte vruchten nog niet eetbaar, want veel te hard en veel te zuur. Dus nu liggen ze, achter het gordijn in de vensterbank, te rijpen. In de volle zon, dus dat wil vast wel lukken. Morgen is hij vermoedelijk weer vergeten dat hij een fruitliefhebber is en binnen een week is de boel rot en beschimmeld en sterft het in huis van de vliegjes, die dan vervolgens met harde hand en krant bestreden moeten worden.
Om het gevoel van vruchteloosheid enigszins te verdrijven, nuttig ik thuis twee bananen, drie kiwi’s en een half pond aardbeien. Mét slagroom.

bron: pixabay.com
Geef een antwoord