“Een beetje vrouw stapt, totaal afgeleefd en uitgewoond, op high heels haar graf in, met in d’r ene hand een glas wijn en d’r andere hand een stuk chocolade, vol geheimen en een grijns op haar gezicht!”
Deze stelling kreeg ik onlangs als reactie op de blog “Aanpassingen levensstijl” op Hartpatiente.com
De betreffende afzender reageerde op zijn eigen hart-operatie namelijk totaal anders dan ik op de mijne.
‘Je levensstijl aanpassen’ is een dringend advies dat je als hartpatiënt maar al te vaak te horen krijgt. En hij vond dat maar niets. Voor de één is het heel gemakkelijk om vet en te zout eten te laten staan, in beweging te blijven en een beetje voorzichtiger te worden. Voor de ander is het een crime, een straf en een levensgroot probleem.
Hoe dan ook, voor een hartpatiënt is het vaak een soort van houvast, iets dat je het gevoel geeft dat je het lot tóch een beetje in eigen handen kunt nemen. Natuurlijk weet iedereen wel dat je levensstijl niet álles bepaald. Genetisch kun je, zoals ik, gewoon pech hebben en een potentiële tijdbom zijn waar het hartaanvallen betreft, óf zo’n ongelukkige zijn die met een hartafwijking te worden geboren. Je om je gezondheid bekommeren – en doen wat je kunt – geeft je in ieder geval het gevoel ‘goed bezig’ te zijn. En dat werkt geruststellend.
De zender van het bericht dacht er echter anders over: “Fuck de medische wetenschap, gewoon lekker leven en vooral álles doen wat je nu nog kan en straks misschien niet meer. Als ik straks in mijn graf lig, kijk ik tenminste terug op een spannende tijd! En geen tijd van wortelsoep, stomme sportscholen en gefrustreerd gezond doen”.
“Zo, dat is knap,” mailde ik terug. “Dat terugkijken vanuit je graf, bedoel ik…” verduidelijkte ik nog maar even.
Maar daar bleef het niet bij, want een dag later volgde een reactie met vele voorbeelden. “Neem bijvoorbeeld de buurvrouw van tante Truus. Die rookte als een ketter, 99 jaar oud en al d’r hersencellen nog intact tot het bittere eind!”
En: “Die man die áltijd naar zijn werk fietste, in het weekend ging sporten en braaf een salade at in plaats van een vette gehaktbal uit de muur. Maar hij jogde op een zaterdagochtend het bospad in en kwam nooit meer levend terug. Hartstilstand, vóór zijn vijftigste. Daar ga je dan met je zogenaamde gezonde levensstijl…”
Dat soort verhalen dus. Bij ieder gesprek over gezondheid komen zulke verhalen naar voren. Maar (bijna) altijd zijn het voorbeelden van mensen die de persoon in kwestie enkel via-via of van horen-zeggen kennen. Ik zeg niet dat ze niet bestaan, maar ga je er dieper op in, merk je toch dat ze het allemaal niet helemáál weten. En ook de argumentatie zelf is een foute, namelijk die van een overhaaste generalisatie. Op grond van één enkel voorval wordt een conclusie getrokken, die dan dus ook meteen voor álle gevallen moet gelden.
Laten we alsjeblieft allemaal de levensstijl aannemen waarbij we ons zelf het lekkerst voelen. Voor de een is dat fit zijn en supergezond eten. Voor de ander is een keer fietsen in het weekend en één blaadje sla bij de maaltijd al heel wat.
Bovendien geloof ik niets van de stelling aan het begin van deze blog. Want wil je als vrouw, annex chocolade-junkie, op hoge hakken, grijnzend, vol geheimen en “dat glas wijn in d’r hand” gracieus je graf instappen, dan heb je toch wel aardig veel energie gehad in je leven. En die krijg je nu eenmaal niet cadeau… Wedden dat je toch ‘stiekem’ wortels at en een selderij-smoothie dronk?

bron: pixabay.com
Geef een antwoord