>> Wat hieraan vooraf ging <<
In het revalidatiecentrum gebruik ik een rollator. Geen elleboogkrukken, omdat mijn rechterschouder ook is aangetast door de artrose. De fysiotherapeut is bang dat ik met kruk en al door mijn schouder ga, waardoor ik nóg verder van huis zou zijn. En, ik moet zeggen: met mijn rollator voel ik mij een hele piet. Bovendien is het vooral handig voor het vervoer van spulletjes, wat met krukken nogal een dingetje is.

Bron: pixabay.com
Fietsen lukt ook eindelijk een heel klein beetje. De fysiotherapeut verstelt de trappers, zodat mijn knieën niet teveel hoeven te buigen. Daardoor lijkt het alsof ik al heel goed kan fietsen. Het lopen op zich gaat ook prima, ik race door de gangen, wandel op en neer tussen ziekenhuis en revalidatiecentrum en doe kleine aankoopjes bij de aanpalende Appie en de Etos. Maar verder buigen dan 70 graden lukt niet en de pijn blijft zeuren, maar daar hebben we gelukkig de ‘zo nodig’ medicatie voor (extra pijnstillers waar je de verpleging om mag vragen als het je te erg wordt).
Jammer genoeg schiet mijn geopereerde been halverwege de tweede week van de trapper af. Daardoor komt de pijn, die na 10 dagen al wat aan het afnemen was, in alle hevigheid terug. Ik ben bang dat mijn kunstknie daarmee van zijn plaats is geschoten, maar dat kan niet volgens de fysiotherapeut. Naderhand, bij de fotocontrole, blijkt dat te kloppen Mijn kunstknie zit prachtig op zijn plek en is niet groter of kleiner dan de botten waar hij op en in is geplaatst.
Bijna twee weken mag ik in het revalidatiecentrum blijven. Ik ga uiteindelijk toch naar huis, met krap 80 graden buiging in plaats van de 90° die ik eigenlijk al na een week had moeten bereiken. De orthopeed, bij wie ik zes weken na de operatie op controlebezoek ga, is daar behoorlijk boos over. Dit had niet gemogen; de afspraak was dat mensen pas naar huis gaan als ze hun knie echt 90 graden kunnen buigen. Maar ja; er zit al dagen geen vooruitgang meer in die 70 tot 80 graden, ondanks dat ik iedere dag twee keer een half uur naar de fysio ga, waar erg mijn best doe om ‘met hoge benen’ te lopen en me een ongeluk fiets op de hometrainer. En tussendoor had ik zelf ook nog veel geoefend.
Michel, mijn oefentherapeut in de praktijk vlakbij huis, gaat op mijn eerste afspraak voortvarend te werk. Hij laat mij fietsen, geeft nieuwe oefeningen, zet mij op de bank, hangt mijn geopereerde been over zijn rechterarm en drukt mijn onderbeen met zijn linkerarm naar beneden. Mijn hemel! Ik ben er volkomen door van de rel. Het doet zo ontzettend pijn, dat hij zich genoodzaakt voelt om het ziekenhuis te bellen met het verzoek om de cocktail aan pijnstillers, die ik al bijna had afgebouwd, nog even voort te zetten omdat ik anders zou stagneren. Verder ben ik al snel van de rollator af. Ik loop volgens de therapeut zo goed, dat een kruk best kan. En hij heeft gelijk
Inmiddels zijn we zeven weken verder. De buiging van mijn knie is inmiddels 110 graden. In huis loop ik zonder kruk en voor buiten neem ik hem alleen nog mee voor alle zekerheid (en voor de show). En daar moet ik op letten, want laatst kocht ik iets bij Blokker en moest ik na vijf minuten weer terug omdat ik mijn kruk bij de toonbank had laten staan.
De rollator gebruik ik alleen nog voor het vervoeren van mijn vuilniszak en de kranten. Ik fiets een aardig eindje op mijn hometrainer en kan ook best weer een stukje wandelen. En – heel belangrijk – ik mag weer autorijden! Joepie! Wel moet ik opletten dat ik niet te enthousiast word; ’tussentijds (veel) rust nemen’, zo luidt nog steeds het parool. De medicatie is zo goed als afgebouwd en de pijn is overdag zelfs bijna weg. Alleen ’s avonds en ’s nachts heb ik nog wat klachten. Maar dat komt omdat ik overdag mijn medicatie vergeet. Wat op zich een goed teken is natuurlijk.
Tot zover mijn vijfdelige verhaal over mijn knietransplantatie.
‘Operatie Nieuwe Knie’ is ten einde; ik wandel weer (knie)pijnvrij door mijn eigen leven.

bron: pixabay.com
Geef een reactie