Age is of no importance unless you are a cheese
Billie Burke – filmactrice (1885-1970)

bron: pixabay.com
In 2006 was ik ook al op leeftijd (want 55), maar toch veranderde ik destijds van werkkring om dichter bij huis te kunnen werken en mijn lange werkdagen wat te verkorten door minder te hoeven reizen. Ik stapte over van een Arbodienst naar een ouderenafdeling bij een GGZ-instelling; een totaal andere tak van sport. Maar het ging.
De eerste werkdag. Na een rondleiding en een aantal kennismakingsgesprekken met mijn nieuwe collega’s, begint mijn nieuwe baan nu in alle werkelijkheid. Ik werk nog niet echt, maar word geacht mij ‘in te lezen’ in de nieuwe doelgroep. Al gauw blijkt dat ouderen (mijn nieuwe doelgroep is 65plussers) met psychische problemen duidelijk anders functioneren dan werknemers bij een universiteit.
Die dag merk ik ook dat de werkdruk stukken hoger is dan op mijn oude werkplek. Rustig om kwart over elf koffiedrinken en een beetje bijkletsen, is er niet bij. Lunchen eigenlijk ook niet, hoewel ze daar in principe wel naar streven. Iedereen, ook parttimers, werkt hele dagen; mensen die al om kwart over drie naar huis gaan, kennen ze niet. Maar ik trek meteen mijn grenzen en leg uit waarom. Gelukkig heeft iedereen er begrip voor.
Al na drie weken – weken waarin collega’s mij van hot naar haar slepen om kennis te maken met van alles en iedereen – krijg ik mijn eerste functioneringsgesprek. Zo maar uit de blauwe lucht. Ik ben verbijsterd. In de zeventien jaar bij mijn vorige werkgever, heb ik – zegge en schrijve – in totaal twéé jaargesprekken gehad. Hier wordt al na drie weken gekeken of ik het wel goed doe. En ik heb nog niet eens echt gewerkt!
Het gesprek is met de psychiater die me heeft aangenomen (maar met wie ik nog niet heb samengewerkt) en met een sociaalpsychiatrisch verpleegkundige (SPV), die me tot nu toe ook slechts één dag heeft meegemaakt. Het hele gesprek komt erop neer dat ik vertel wat mij in die drie weken is opgevallen en dat de SPV mij met blozende wangen bekent dat ik érg ben meegevallen. Alle collega’s (de oudste nog geen 40) waren bang dat ik een eigenwijze, betweterige, middelbare dame zou zijn.
“Maar,” zegt ze blij, “je lijkt helemaal nog niet zo oud en je doet zelfs heel gewoon tegen ons.” Tja, ik was toen dan wel 55, maar ik verfde mijn haar blond en had ook geen knotje. Nog steeds niet trouwens. Wel een brilletje, maar daar loop ik al sinds ik zevende levensjaar mee. En een mantelpak met verstandige gezondheidsschoenen heb ik óók al niet.
En de psychiater? Die lachte zijn tanden bloot en zijn wangen rood.

bron: picjumbo.com (Author: Viktor Hanacek)
— In maart 2015 gepubliceerd op ‘Bouwen met taal’ van jokezelf.nl —
Geef een reactie