Ik ben gek op december. Sinterklaas kan me gestolen worden; daar is tegenwoordig niets meer aan, behalve een hoop nodeloos gezeur en gemekker. Maar de rest van december is leuk. Zoveel mooi licht overal. Op straat, in de huizen en op de gezichten van de mensen om mij heen. En ja, al die nét iets bredere glimlachen van mensen die weer naar elkaar toeleven in deze koude wintermaanden, dat zijn óók lichtjes voor mij. Hartenlichtjes.
In december loop ik het liefst de hele dag door het dorp. Nou ja, ik schuifel inmiddels een beetje, zo op mijn leeftijd. Maar nog best vlotjes, vind ik zelf. En ik lach met opzet naar de mensen om me heen. Ik kijk ze aan. Maakt niet uit wie het is, ik probeer van iedere onbekende die langs me heen loopt, een blik op te vangen.
Dan glimlach ik naar ze. U moest eens weten hoeveel mensen dan even knikken en oprecht terug glimlachen. Met een kleine twinkeling in de ogen. Of ze steken een hand op. Een enkeling mompelt iets als “ook fijne feestdagen voor u, mevrouwtje”. Maar ja, wat moeten ze ook anders, als zo’n oud wiefke als ik naar ze grijnst.
Gert, mijn huidige vriend, vindt me maar gek. Kerstgekkigheid noemt hij het. “Jij bent hartstikke kerstgek. Dan grijns je als een malloot naar iedereen, in de hoop dat je een lach terug krijgt.” Hij lijkt zelfs een beetje jaloers. Dát moeten we hebben!
Ik riposteer dan: “Dat is geen gekkigheid, Gert. Dat is kerstigheid. Ik voel de warmte van deze kille tijd, de rust die mensen in de midwintertijd overvalt. De extra liefde die ze blijkbaar voelen voor hun medemensen. En als ik naar ze glimlach, voelen ze dat nóg meer. De dagelijkse zorgen en alle ellende denk ik maar even weg. En het lijkt alsof anderen dat dan ook doen. Dát is wat ik zo mooi vind.”
Gert noemt me een kerstheks. Dat vind ik wel een mooie titel. Ik zie het maar als een compliment.

bron: pixabay.com
Geef een antwoord