Komende week kan ik je niet opzoeken. Daarom ben ik vanochtend bij je geweest en hebben we met een kop koffie samen de Olympische Spelen gekeken. Heerlijk hoe jij mee kan leven, ook al herkende je rijdsters van vanochtend volgens mij niet. Maar oranje blijft oranje, toch? Op advies van de verpleging heb ik je maar niet verteld dat ik even weg ben, al voelde dat niet goed.
De reden waarom ik er niet ben is wel fantastisch… Nu Thijs weer een beetje stabiel is, vindt Simon het tijd dat ik uitrust. Ze gaan pas begin maart met nieuwe behandelingen verder, eerst moet hij aansterken. Zelf mijn rust nemen is niet mijn sterke punt. Maar het blijkt dus dat Simon maar al te goed weet, hoe hij dat op moet lossen. Toen we dinsdag op de bank de herhalingen van de Spelen bekeken, verzuchtte ik dat ik al jaren niet op wintersport ben geweest en vroeg me hardop af of ik ooit nog op de ski’s zou staan. Achteraf had op dat moment – bij de blik in zijn ogen – al een belletje moeten gaan rinkelen, maar dat kwam pas twee dagen later.
Aan Valentijnsdag heeft hij niks gedaan, ik had hem al duidelijk gemaakt wat een onzinnig commercieel gebeuren ik het vind. We gaan in de winkels van feestdag naar feestdag en de consumenten laten zich erin meesleuren. Nou, ik niet. Donderdag daarentegen stonden er kaarsen op tafel toen ik thuiskwam, had hij heerlijk gekookt en lag er een enveloppe op mijn bord. Met daarin dus de uitgeprinte bevestiging voor een skireis! Hij heeft een hotel geboekt met half pension, geregeld dat we ski’s en alles wat daarbij hoort kunnen huren en zelfs via mijn dochter skikleding voor me geregeld. Maar goed dat zij en ik bijna dezelfde maat hebben.

Bron: Pixabay.com
Even voelde ik weerstand. Wie is hij, om dit zonder overleg te beslissen? Maar dat gevoel zakte snel weg. Hij bedoelt het zo goed! Maandag vertrekken we en we blijven tien dagen weg. Ik vind het nogal wat hoor, tien dagen iedereen achter me laten. Maar aan de andere kant, ruim een week sneeuw en hopelijk zon, het idee dat ik van de pistes af kan suizen… Ik ben geen twintig meer, ik weet het, maar volgens mij verleer je dat nooit. Als ik mijn ogen dicht doe, ruik ik de berglucht en voel ik de zon op mijn gezicht. En het idee dat we daar morgenavond zijn, is ongelooflijk!
Dus lieve meis, ik ben er even niet. Maar in gedachten neem ik je mee hoor. Ik zal ook zeker terugdenken aan de keren dat wij samen op wintersport gingen. Weet je nog? Flirten met de skileraar? Feesten in de bar tijdens de après-ski? Ook toen konden we dat al; dat is niet alleen van de ‘jeugd van tegenwoordig’. Geweldig om nu die herinneringen op te halen, met het vooruitzicht van een nieuwe reis binnen handbereik.
Nu dus nog even pakken, poetsen en dan vroeg naar bed. Rond een uur of 5 willen we wegrijden. Ik voel me opeens weer tien jaar jonger, raar hè? Misschien heb ik dit harder nodig, dan ik dacht. Dag meis, hou je taai! Zo gauw ik terug ben, kom ik bij je langs!
Geef een reactie