In het gesticht vieren ze geen Koningsdag maar nog steeds Coronadag. Pa moppert er zoals altijd op los: “Tebbie daar? Wat is dat?” wil hij weten. “Dat zijn donuts voor bij de koffie,” “Die mot ik niet… die ken ik niet…”
Papraatje (27) – Ze is bij me weg – deel 3
Intens tevreden kijkt hij een tijdje uit het raam naar de wuivende, kale boomtoppen, blij dat niemand aan z’n portemonnee kan komen. Dan betrekt zijn gezicht en hoor ik een diepe zucht. “Toch wou ik dat ze bij me terugkwam…”
Papraatje (26) – Coronacoma
Dagelijks is hij druk doende – in vermoedelijk comateuze toestand – met het volgen van het journaal. Want er schijnt wat bijzonders aan de hand te zijn, waar hij het fijne van wil weten. En daarmee is de Coronacomakous af.
Papraatje (25) – Papraktisch
Vorige week moest hij 3 dagen achter elkaar naar de Gall en Gall rollateren, vertelt hij. Hij haalt namelijk slechts 1 fles per keer, want het is in zijn optiek ongepast om meer te kopen. Maar bij extreme dorst moet ie dan de volgende dag wéér op pad voor een liter huismerk.
En? Lekker gewerkt?
Aan mijn ene kant sloegen twee dikbuikige heren in maatpak zichzelf uitgebreid op de borst. De een pochte over bedrijfslevensbelangen en de ander deed duur over bijdragen aan een zorginstellingsbestuur. Miljoenen vlogen over tafel, terwijl zij achteloos achterover op hun stoel zaten, een cappuccino in de gemanicuurde hand.
“Ik had best kunnen lopen!”
“Je had me niet hoeven ophalen hoor. Ik had best naar huis kunnen lopen,” zegt mijn vader na het onderzoek. Thuis wacht mijn moeder hem op. Ze omhelst hem stevig. “Schrik op schrik,” zegt ze met trillende stem, “en toch blijft een mens steeds weer gezond.”
“U bent geen kanarie!”
Nog diezelfde middag staat de huisarts op de stoep;
“Zo, wat hoor ik? Koortsig, diarree en geel? Dat is niet normaal hoor. U bent geen kanarie! Daar moet even naar gekeken worden.”
Vroeger was de bank nog een meneer
De negatieve spaarrente voor consumenten komt eraan. Onvermijdelijk, aldus analisten. Ach ja, waarom ook niet?
Papraatje (17) – Vieze Lieze
Op de salontafel ligt een tube zalf, verbandmateriaal en een doos met witlatex handschoenen. Waarvoor die zijn? Hij wijst wat achteloos en vaag kruiswaarts. De binnentredende zuster, die met de gemene kuiten, werpt me vanuit het keukentje een zorgelijke blik toe.
Het praatje verdwijnt
Het praatje pot, de voorbijgangers-lulkoek over niks en alles is in gevaar. Het voortschrijdende schermpjes-autisme maakt ons tot eenzame klik-zombies.