“Ik lust er wel pap van…”
Dat zei een vriendin onlangs, tijdens een borrel, tegen mij. “Nou, ik ook!” antwoordde ik optimistisch. Alleen bleek zij het over iets heel anders te hebben dan ik. Waar zij het over had, is waar menig man over droomt wanneer een vrouw er wel pap van lust.
Zelf had ik het over wijn, in welke kleur en in welke volgorde dan ook. Verzot ben ik er op. Hoewel de rode wijn in mijn ogen het minst aantrekkelijk is. Een tijd geleden waren wij bij een vriendin met een wijnkelder. Haar man, die inmiddels was overleden, was een enorme wijnkenner en verzamelaar, met als gevolg dat zij onder haar huis een enorme wijnkelder, een bar, biljart, én openslaande deuren naar de tuin had. In feite alles waar een wijnkenner en -drinker van droomt.

bron: pixabay.com (3234617)
Jammer dat ik in die tijd alleen een drinker was en geen kenner. Of je mij nu een wijn voorzet van € 3,95 of van € 395, het verschil proef ik niet. Het spijt me heel erg voor alle wijnkenners die nu vast op hun achterste benen gaan staan, maar ik vind een wijn lekker of niet. Het prijsverschil proef ik niet.
Sinds een tijd heb ik de wijn echter afgezworen, hoe lekker ik het ook vind. Het is bij mij een soort van alles of niets. Of ik drink wijn en dan drink ik ook echt wijn, of ik laat het bij een frisje. Inmiddels ben ik er achter gekomen dat de laatste optie toch de beste is.
Ook al wordt er in diverse bladen, kranten en nieuwsprogramma’s beweerd dat twee glazen rode wijn goed is voor je hart en bloedvaten. Aan de andere kant wordt er weer gezegd dat wijn of alcohol bij vrouwen kan leiden tot borstkanker en diverse andere soorten kanker.
Nu weet ik dat er binnen afzienbare tijd een einde komt aan mijn aardse bestaan, maar om daar nu zelf een steentje (flinke steen) aan bij te dragen door overmatige consumptie van het een of ander, vind ik wat overbodig. Reden om dan maar eens een tijdje geen wijn meer te drinken.
Tegen de tijd dat ik de poorten van het bejaarden- of eventueel verzorgingstehuis bereik, werp ik me wel weer op de flessen (of beter gezegd op de inhoud ervan). Wie weet ga ik dan wel een wijncursus volgen, zodat ik tegen die tijd wél weet te waarderen wat ik tot mij neem.
Hoewel ik misschien tegen die tijd wel zo dement ben als een deur en niet eens meer weet wat ik me heb voorgenomen en niet eens meer van het bestaan van wijn af weet, zodat mijn goede voornemens alsnog overbodig bleken te zijn. Aan de andere kant, overbodig, dat is het niet echt. Ik moet toegeven dat je je zonder dat glaasje net zo goed kunt vermaken als met. Al denken heel veel mensen daar anders over.
Blijft enkel de optie om me dan maar te laten begraven in een wijnkelder. Een goede optie. Laat ik daar dan maar voor kiezen. Nu alleen nog een slachtoffer vinden dat mij – als rondwarende geest – vertrouwt tussen al die kostbare flessen. Alhoewel, een geest in de fles kan ook best leuk zijn.
Geef een antwoord