
eigen foto IdB
Toen ik hem zag lopen met twee krukken, met op zijn hoofd een grote donkerblauwe hoed, vroeg ik, als vanzelfsprekend: “Hoe gaat het vandaag met je?”
Waar normaal gesproken het antwoord kwam: “Goed,” ging het deze keer totaal anders.
Wel kwam daar het verwachte antwoord “goed.” De zin die daarop volgde deed me schrikken, me mijn adem inhouden. Terwijl hij zijn enorme donkerblauwe hoed afzette en ik naar zijn kale hoofd staarde, volgden de woorden “Ik ga dood”. “Ja logisch,” dacht ik nog even in een flits, iedereen gaat dood. Dat is zo ongeveer de enige zekerheid die we hebben in dit leven. We gaan allemaal dood. Nadat we zijn geboren komt er een dag dat we dit aardse paradijs weer moeten verlaten. Bij de een gebeurt dit snel en de ander doet er bijna honderd jaar over. Vaak is het niet eerlijk, soms wordt er naar verlangd. Wel komt het altijd onverwacht. Hoe lang je er ook naar toe kunt leven, het komt altijd als een mokerslag. Als een hamer die je even knock-out slaat.
Ondertussen gaat hij verder met zijn verhaal. Ik probeer het zo goed en kwaad als het gaat te volgen, maar dat wordt bemoeilijkt door de tranen die ik voel opkomen maar gelukkig door de donkere glazen van mijn zonnebril weet te verbergen.
Dood? Hij? Dat is onmogelijk, die man heeft negen levens. Hoe vaak hebben we al niet gedacht dat het zijn laatste maand, week of zelfs dag was. Iedere keer opnieuw blijkt zijn wilskracht en liefde voor het leven zo enorm groot. Hij wil geen afscheid nemen, geniet van alles optimaal. Rookt, drinkt en feest zolang het nog kan. Gaat met vakantie en omringt zijn gezin met zo veel liefde als een vader zijn gezin kan omringen.
Dood, nee, dat staat niet in zijn programmaboekje, terwijl hij donders goed weet dat het onvermijdelijk is deze keer. Er is geen weg terug. Hij gaat ons verlaten. Binnenkort of misschien over een paar jaar. Hoe geduldig is de dood,die om een hoekje staat te loeren en hoe sterk is zijn wil om te overleven.
Het is een gevecht dat hij wil winnen, moet winnen, voor zichzelf en zijn gezin. Het is gevecht dat hij niet kan winnen, deze keer niet.
Zeg nooit nooit, denk ik, de wilskracht en levenslust in zijn ogen bewonderend. De ogen die stralen ondanks de pijn en het verdriet.
Al zoveel operaties en al zo ontzettend veel chemokuren, toch blijft hij een ras optimist “Mij krijgen ze er niet onder. Daar komt meer bij kijken, veel meer.”
Soms zeggen we tegen hem met een knipoog “Je bent net een kat, die heeft ook negen levens, net als jij”.
Afscheid nemen; hij wil het niet en hij kan het niet, wij ook niet van hem, nee, afscheid nemen bestaat niet.
Nog niet.
Nog heel lang niet.
En nu is hij dood.
sterkte….
de enige strijd die we altijd zullen verliezen…. one way or the other